Een Nederlands lichtschip, een soort drijvende vuurtoren, ligt in Suriname weg te roesten. En dat is jammer, zo vindt een groepje liefhebbers. Ze willen 250.000 euro verzamelen om het ‘unieke schip’ te redden. Maar is dat het waard?
Het lichtschip in Suriname is één van de eerste stalen schepen gebouwd in Nederland, zo schrijft de Vaarkrant van de Telegraaf. Maar bij nadere inspectie blijkt dat het lichtschip uit 1910 stamt. Het eerste stalen schip ter wereld werd in 1858 al gebouwd in Engeland (Ma Roberts bij Cammell Liard Werf). In 1910 werden inmiddels veel meer stalen schepen geklonken, zoals tjalken en marineschepen.
Het 24,85 meter lange lichtschip werd in 1911 naar Suriname gezeild en diende daar als lichtschip nadat de masten en zeilen waren verwijderd. Het schip ging in 1970 met pensioen.
Een projectgroep hoopte dat er geld zou vrijkomen voor behoud van het schip uit het Gemeenschappelijk Cultureel Erfgoed, maar de Nederlandse ambassadeur heeft dit afgewezen. En wellicht maar goed ook, want opknappen van het schip kost veel meer dan de gevraagde 250.000 euro en dan is nog de vraag: Wie zit erop te wachten? De Surinaamse regering blijkbaar niet, want die investeren geen cent. De Nederlanders laten het schip ook liever wegroesten in Suriname. En de plaatselijke bevolking kijkt niet om naar het stalen ding.
Het was wellicht ooit een mooi schip, maar mist historisch gezien haar waarde om gered te worden. Laat haar maar vergaan en tot mooi foto-object worden. Of laat een particulier haar opknappen en er een luxe schip van maken. Alleen ben je waarschijnlijk minder geld kwijt met de bouw van een nieuw luxejacht.